VORMEN

Er zijn drie hoofdtypen Cerebrale Parese, naargelang van het soort bewegingsstoornis. Bij sommige kinderen kunnen de symptomen van meer dan één type tegelijk optreden.

Spastische cerebrale parese

De spieren stijf en strak. 70-80% van de kinderen heeft deze vorm van cerebrale parese.

Bij dit meest voorkomende type zijn een of meer spiergroepen stijf, waardoor kinderen moeite hebben zich te verplaatsen of voorwerpen vast te pakken en los te laten.Soms is slechts één kant van het lichaam aangetast (halfzijdige verlamming of hemiplegie/hemiparese), waarbij de armspieren meestal meer aangetast zijn dan de beenspieren. Bij de ergste vorm (quadriplegie/quadriparese) zijn alle of bijna alle spiergroepen aangetast (armen, benen, romp, gezicht…). Deze kinderen kunnen moeilijk stappen en hebben meestal ook andere ontwikkelingsproblemen (intellectueel, gezicht, gehoor…).

Dyskinetische cerebrale parese

De spieren bewegen onwillekeurig. 6% van de kinderen heeft deze vorm van cerebrale parese.

Dyskinetische cerebrale parese wordt veroorzaakt door beschadiging van de kleine hersenen (het cerebellum) en bepaalde gebieden in de grote hersenen die voor een normale lichaamshouding en coördinatie zorgen (de nuclei basales). Bij dit type Cerebrale Parese maakt het lichaam onbewuste en doelloze bewegingen, ook in rust, waardoor spreken, slikken, eten en het vastpakken van voorwerpen worden bemoeilijkt. Door de lage spierspanning (slappe spieren) kunnen deze kinderen slecht zitten en lopen. Dit type wordt veroorzaakt door beschadiging van de kleine hersenen (het cerebellum) en bepaalde gebieden in de grote hersenen die voor een normale lichaamshouding en coördinatie zorgen (de nuclei basales).

Atactische cerebrale parese

De spieren maken schokkerige bewegingen. 6% van de kinderen heeft deze vorm.

Dit is een zeer zeldzaam voorkomende vorm waarbij het evenwichtsgevoel en het vermogen om diepte in te schatten aangetast zijn. Kinderen met dit type Cerebrale Parese staan wankel op hun benen en zetten de voeten abnormaal wijd uit elkaar bij het lopen. Het verrichten van taken waarbij fijne motoriek is vereist, zoals schrijven en kleine voorwerpen vasthouden, kost meer tijd en moeite dan bij gezonde leeftijdsgenoten.