BEWEGINGSSTOORNISSEN

Spierspanning

Wanneer de hersenen als gevolg van een hersenbeschadiging de spieren in het lichaam niet goed kunnen aansturen, hebben kinderen in de eerste levensmaanden vaak een lage spanning in de spieren. Ze voelen slap aan en moeten goed ondersteund worden wanneer ze opgetild worden. Vaak hebben deze kinderen moeite met het optillen van het hoofdje. Opvallend is vaak dat kinderen met een cerebrale parese hun handen als baby vaak als vuistjes gebald houden met de duim in de vuist, de handjes zijn weinig open.

Wanneer een baby met een cerebrale parese van streek is, valt vaak op dat ze erg overstrekken en dan een hoge spierspanning kunnen opbouwen.

In de loop van het eerste tot tweede levensjaar gaat de spierspanning juist toenemen. De spieren worden steeds stijver waardoor het bewegen moeizamer gaat. Deze spierstijfheid wordt spasticiteit genoemd. Bij lichte spasticiteit valt vaak op dat deze kinderen de neiging hebben om op de tenen te lopen. Wanneer beide beentjes spastisch zijn, hebben deze de neiging om sterk naar elkaar toe gedrukt te staan of zelfs over elkaar geen te gaan staan. Deze beweging van de benen wordt scharen genoemd.

Onwillekeurige bewegingen

Een groot deel van de kinderen met een cerebrale parese maakt bewegingen die het eigenlijk niet zou willen maken. Dit komt met name voor bij kinderen waarbij de diepe kernen, de basale kernen, zijn aangedaan. Deze bewegingen worden onwillekeurige bewegingen genoemd. Soms gaat een arm of been in een vreemde stand staan, dit wordt dystonie genoemd. Wanneer er sierlijke draaiende bewegingen worden gemaakt, wordt dit chorea genoemd. Een klein deel van de kinderen maakt ook grote bewegingen waarbij een arm of been als het ware weggegooid lijkt te worden. Dit wordt ballisme genoemd.

Vergroeiingen van de gewrichten

Als gevolg van de spasticiteit kunnen kinderen minder goed bewegen. Hierdoor worden ook de gewrichten minder goed bewogen. Dit kan er voor zorgen dat de gewrichten minder beweeglijk worden en voor een deel vastgroeien. Deze vergroeiingen van de gewrichten worden contracturen genoemd. De meestvoorkomende contractuur is het ontstaan van een spitsvoet. De voet staat altijd in gestrekte stand en kan niet meer plat op de grond gezet worden. Dit geeft een belemmering met lopen. Andere gewrichten die kunnen vergroeiien zijn de knieƫn, de heupen en de ellebogen.

Scoliose

Als gevolg van de spasticiteit verandert ook de spierspanning in de rugspieren. Wanneer de spierspanning aan beide kanten van de rug ongelijk is, kan de rug scheef getrokken worden. Deze verkromming van de rug wordt een scoliose genoemd. Kinderen met een scoliose kunnen vaak minder goed zitten. Ook kan een ernstige scoliose problemen met de ademhaling geven.